Tefillin en het merkteken van het beest: tussen vrijheid en controle

Tefillin en het merkteken van het beest: tussen vrijheid en controle
Adobe Stock—Jos

Terwijl de Torah gelovigen oproept om Gods geboden als tekenen op hun handen en voorhoofd te dragen, roept Openbaring de vraag op of het merkteken van het beest deze geboden vervangt. Door Kai Mester

Leestijd: 3 minuten

Het merkteken van het beest mensen dragen het kort voor de wederkomst "aan hun rechterhand of op hun voorhoofd" (Openbaring 13,17:XNUMX). Er wordt veel gespeculeerd over wat het is.

Reeds in de Thora wordt aan Gods gemeenschap gevraagd om “Gods geboden als een teken aan uw hand te binden, en ze zullen een merkteken tussen uw ogen zijn” (Deuteronomium 5:6,8). Tot op de dag van vandaag wikkelen Joden tefillien om hun handen en voorhoofd.

Jezus maakte al melding van deze gebedsriemen, waaraan gebedscapsules zijn bevestigd, waarin kleine rollen met handgeschreven Thorapassages zijn geplakt, toen hij zei: "De schriftgeleerden en Farizeeën... maken hun gebedsriemen (tefillin) breed en de kwastjes (tziziyot) aan hun kleding was geweldig.' (Matteüs 23,5:XNUMX) Zijn kritiek ging niet over de tefillien, noch over de draden, noch over de geschreven capsules (mesuzot) op de deurposten van Joodse huishoudens, maar over het competitieve vertoon van vroomheid.

Vanuit Joods perspectief is het meteen duidelijk dat het merkteken van het beest Gods geboden vervangt. Iedereen die het merkteken van het beest aanvaardt, verwerpt Gods wil.

Geen enkele christelijke traditie heeft zo duidelijk een van de Tien Geboden vervangen als de zondag, die de Bijbelse rustdag verving.

De Pascha-sabbat is ook gekoppeld aan dit motief in de Thora: "Zeven dagen zult u ongezuurd brood eten, en op de zevende dag is het feest van de HEER... Daarom zal het voor u zijn als een teken op uw hand en als een merkteken tussen uw ogen, zodat de wet van de HEER in uw mond zal zijn; want de HEER heeft u met sterke hand uit Egypte geleid." (Exodus 2:13,6.9, XNUMX)

Bevrijding uit de slavernij van de zonde

Ook de heidenen vieren op de wekelijkse sabbat de bevrijding uit de slavernij van de zonde, “want u zult zich herinneren dat ook u een slaaf bent geweest in het land Egypte, en dat de HEER, uw God, u daar vandaan heeft geleid met een sterke hand en met uitgestrekte arm. . Daarom heeft de HEER, uw God, u geboden de sabbatdag te vieren” (Deuteronomium 5:5,15).

En juist deze sabbat en de vrijheid van zonde zullen door het merkteken van het beest in twijfel worden getrokken.

‘Daarom zal ik al het mannelijke dat als eerste uit de baarmoeder voortkomt, aan de HEER offeren, maar de eerstgeborene van mijn zonen zal ik vrijkopen. En dit zal een teken op uw hand zijn, en een merkteken tussen uw ogen; want de HEER heeft ons met sterke hand uit Egypte geleid." (Exodus 2:13,15.16, XNUMX)

Hoewel het merkteken alleen op het voorhoofd OF op de hand wordt aangebracht omdat veel van de dragers ervan intern niet overtuigd zijn en zich alleen extern conformeren, dragen Gods kinderen zijn zegel en naam op hun voorhoofd (Openbaring 7,3:14,1; XNUMX:XNUMX).

Iedereen die Gods karakter in zijn hart verinnerlijkt, zal ook zijn sabbat herkennen, zijn sabbat die rust en vrijheid geeft aan hen die in slavernij leven, “zodat uw dienaar en uw dienstmaagd mogen rusten zoals u dat doet” (Deuteronomium 5:5,14). Want “de sabbat is gemaakt ter wille van de mens” (Marcus 2,27:XNUMX).

Laat een bericht achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Ik ga akkoord met de opslag en verwerking van mijn gegevens volgens EU-DSGVO en accepteer de voorwaarden voor gegevensbescherming.